De shakuhachi ontleend zijn naam aan zijn lengte.
De shaku is een
Japanse lengtemaat, de gemiddelde lengte
tussen de knopen op een bamboestengel en
ongeveer gelijk aan 1 voet ( 30,3 cm ).
De shaku is op te delen in 10 kleinere eenheden, de sun ( 3,03 cm )
De lengte van een shakuhachi is 1.8 voet.
Letterlijk 1 ( ichi ) shaku, 8 ( hachi ) sun,
verkort tot shakuhachi ( totaal 54,5 cm )
Andere lengten worden gemakshalve ook shakuhachi genoemd,
waarbij dan de lengte in voet wordt vermeld.
Zen boeddhistische muziek is muziek
die op de shakuhachi gespeeld wordt
door bedelende Japanse Zen monniken, de zgn Komusō.
Komusō speelde vanaf het begin van de 13e eeuw
deze zo genoemde Honkyoku
muziek
voor het verkrijgen van aalmoezen en
om verlichting te kunnen bereiken.
Deze prachtige melodieen zijn een vertolking
van de schoonheid van de natuur
De shakuhachi
en de kyotaku
zijn beide bamboefluiten met 5
gaten. Je blaast schuin in de opening aan de bovenzijde.
Het geluid van de kyotaku is dieper en warmer dan de shakuhachi
De kyotaku is eigenlijk een shakuhachi volgens een oud ontwerp
waaraan de bouwer, Koku Nishimura,
de naam kyotaku gegeven heeft.